Amerikaanse Sering

Amerikaanse Sering

De rijkbloeiende Amerikaanse dwergsering is sterker dan veel andere

De Amerikaanse sering Ceanothus thyrsiflorus var. repens wordt ook wel kruipende herfstsering genoemd. Deze prachtige laagblijvende heester bloeit met massa’s blauwe bloemen tot ver in het najaar (hoofdbloei mei-juni). Maar dat is niet het enige voordeel van deze min of meer kruipende, natuurlijke variant van zijn soms boomgrote familieleden: hij is ook beter bestand tegen slecht weer en winterse kou. De ‘gewone’ Amerikaanse seringen stammen deels uit warmere gebieden in de USA en kunnen in strenge winters diep invriezen of zelfs doodvriezen: Ceanothus thyrsiflorus var. repens overleeft een tijdje vorst met gemak. Met deze heester kun je jarenlang blijven genieten van de grote aantallen, tot 7,5 cm lange trossen bleekblauwe bloemen die aan de einden van de takken boven en buiten het glanzende blad uitsteken. Een juweel in de tuin.

 

De ene sering is de andere niet

Amerikaanse seringen lijken inderdaad sterk op de vele soorten seringen (Syringa) uit Midden- en Oost-Azië en Europa. Vooral wat de bloemen betreft. Vandaar ook hun Nederlandse naam. Ze worden overigens behalve herfstsering ook wel sikkelbloem genoemd. Maar Amerikaanse seringen en de ‘gewone’ seringen zijn genetisch totaal niet verwant. De seringen (Syringa) behoren tot de familie van de Oleaceae (de olijffamilie), de Amerikaanse seringen (Ceanothus) tot de Rhamnaceae (de wegedoornfamilie). Er is nog een heestergeslacht dat er qua bloei ook wel op lijkt, de Aziatische Caryopteris die tot de Verbenaceae behoort (de ijzerhardfamilie). De natuur komt in zijn ontwikkeling vanuit heel verschillende genetische achtergronden qua vormentaal soms tot sterk overeenkomende oplossingen. Dat is op zich een fascinerend verschijnsel.

 

Wat de kruipende herfstsering allemaal heeft te bieden

Het is zo ongeveer de meest winterharde Amerikaanse sering (temperaturen tot minus 5 °C zijn geen enkel probleem; wordt het kouder dan even afdekken met bijv. tuinvlies of met blad). Deze (ook in de winter) groenblijvende, koepelvormig liggende heester wordt meestal niet veel hoger dan ca. 50 cm, heeft een tamelijk dichte vertakking en vormt mooi, glanzend, getand, groen blad (2-5 cm lang met drie hoofdnerven). De dikke trossen bleekblauwe bloemen zijn prachtig en lijken in de hoofdbloeitijd (mei/juni tot augustus) de hele plant te overdekken. De plant kan zelfs tot in oktober doorbloeien. Ze verschijnen aan het eenjarige hout en hun sierwaarde is groot. Het is echt een opvallende plant in de tuin, maar door de zachte, wat verstilde bloemkleur brengt hij ook rust in de beplanting. Eigenlijk een accentplant die rust geeft dus en een heester die heel goed met vaste planten in een border is te combineren.

 

De verzorging van je kruipsering

Deze dwergheester houdt van matig voedselrijke, liefst iets vochtig blijvende (dus humusrijke), zandige (goed doorlatende) grond. De pH (zuurgraad) moet liefst neutraal tot kalkhoudend zijn (pH 7-9). Erg zure grond is dus niet geschikt. Een zonnige groeiplek heeft de voorkeur. Een beetje beschut planten is aan te raden. Vanwege de matige winterhardheid kan plotselinge nachtvorst in voor- en najaar schade aan de bladeren opleveren. Tijdens streng winterweer kan de struik zelfs wat invriezen. Dan is het goed om hem tijdig even af te dekken (zie boven). Om de vorm mooi te houden en de groei wat in te perken is het goed om de struik om de paar jaar te snoeien. Ingevroren takken moeten sowieso in het voorjaar worden weggenomen, maar zwaardere snoei moet je bij deze bladhoudende soort meteen na de bloei doen. (Er zijn ook bladverliezende Ceanothussen; die worden vooral in het voorjaar gesnoeid.) Snoei houdt een Ceanothus sterk en gezond.

Wat de bemesting betreft is het goed om in het voorjaar een goede basisbemesting met organische mest te geven (compost bijv.). Wil je kunstmest geven, dan is een goede, lichte, algemene NPK-mest (samenstelling bijv. N5 (stikstof) + P2 (fosfor) + K4 (kalium) aan te raden. GroenRijk heeft alles wat je voor deze plant nodig zou kunnen hebben, voor je in voorraad.

 

De naam Ceanothus  

Die komt rechtstreeks uit het Grieks: ‘keanothos’. Dat betekent vreemd genoeg: ‘miezerig plantje’. Niet erg gelukkig gekozen! De schuldige is de beroemde taxonoom Linnaeus oftewel de Zweed Carl von Linné (1707-1778). Die moet wel een heel slecht exemplaar van deze Amerikaanse planten in zijn vingers hebben gehad toen hij deze naam gaf. Er bestaan zeker 55 soorten Ceanothus, waarvan de meeste in Californië te vinden zijn. In Europa is vooral in het warmere zuiden (Frankrijk) met deze planten geëxperimenteerd, gekruist en gekweekt. De meeste Amerikaanse seringen die nu worden aangeboden behoren tot de grote groep Ceanothus-hybriden die uit al dat kweekwerk is ontstaan. Veel daarvan hebben Franse cultivarnamen. Het ‘var.’ in de naam Ceanothus thyrsiflorus var. repens geeft aan dat het hier om een in de natuur gevonden variatie (mutatie) gaat. ‘Repens’ betekent ‘kruipend’ en ‘thyrsiflorus’ geeft aan dat de bloemen (‘flores’) in trossen (‘thyrsos’) verschijnen.

 

TIP

Ceanothus thyrsiflorus var. repens is door het dichte blad en de mooie lage heuvelvorm van het struikje een heel goede, wintergroene bodembedekker die niet woekert.

 

In kort bestek

De Amerikaanse dwergsering (Ceanothus thyrsiflorus var. repens) is wintergroen, groeit prachtig koepelvormig uit (tot ca. 50 cm hoog) en geeft een weelde aan trossen zachtblauwe, seringachtige bloemen tot ver in het najaar. Een kruipheester die tegelijk accentplant en bodembedekker is en ook nog schitterend bloeit. Hij verdraagt matige vorst (bij strenge vorst even afdekken) en vraagt weinig verzorging. Voor zon en zandige grond. Nu bij GroenRijk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Kijk ook eens naar de volgende berichten:

Bosviolen blijven maar bloeien

De ijzersterke Viola cornuta is er in vele vrolijke kleuren, bloeit maandenlang en komt prima de winter door. Met een kleurrijke mix van GroenRijk geef je je tuin, terras of balkon zelfs in de wintermaanden nog een vrolijke sfeer.

 

Mix van kleuren

Het bosviooltje (Viola cornuta) komt oorspronkelijk vooral voor in de Pyreneeën, Alpen en Apennijnen en zie je tegenwoordig in veel tuinen. Hij is wat kleiner en verfijnder dan...

Lees meer...
Peperomia’s: kleine planten met grootse bladeren

Peperomia’s zijn mooie, compacte planten die je huiskamer snel opfleuren. Ze verschillen van elkaar in grootte, bladvorm en kleur, maar vormen samen toch een hele leuke combinatie.

 

Peperomia’s verschillen vaak zo van elkaar, dat je eigenlijk niet door hebt dat ze familie zijn. Sommige hebben dik, vetplantachtig blad, anderen juist flinterdunne bladeren aan lange stengels. In de natuur zijn er naar alle waarschijnlijkheid wel meer dan 1000...

Lees meer...
Alocasia cucullata: tropisch geluk

De Alocasia is, met zijn grote, hartvormige bladeren op hoge stelen een zeer populaire kamerplant. De stijlvolle Alocasia cucullata valt extra op door prachtige frisgroene bladeren met prachtige nerven.

 
Groene olifantsoren

De grote groene, mooi generfde, hartvormige bladeren van de Alocasia cucullata doen denken aan wapperende olifantsoren, vandaar de leuke Nederlandse naam olifantsoor. De Alocasia groeit in de regenwoud...

Lees meer...