Leucothoe

Leucothoe

Druifheide (Leucothoe) behoudt ’s winters zijn blad dat dan prachtig verkleurt

Druifheidesoorten (Leucothoe) zijn wintergroene tuinstruikjes waarbij het blijvende blad tijdens de koude jaarperiode prachtig verkleurt. Meestal roodpaars, maar de tint verschilt vaak iets per soort en cultivar (rood, geelrood, groenrood, paars, bruinachtig enz.). Vanwege die winterkleur worden deze planten ook heel graag als winterbeplanting van plantenbakken of in potten toegepast. Dat geldt vooral voor de kleinere soorten,  bijvoorbeeld cultivars van Leucothoe axillaris. Het kleurrijke blad is ook schitterend in herfst- en kerstschikkingen. Bloemsierkunstenaars zijn er altijd heel blij mee. Aangeplant in je tuin kan Leucothoe daar jarenlang het geheel opfleuren. De planten zijn ook prachtig als ze in mei-juni – het blad is dan groen – bloeien met 4-8 cm lange trosjes witte , heideachtige bloempjes. Die hangende belbloempjes hebben een heel mooie urn- of vaasvorm (met de opening naar beneden gericht). Alle druifheidesoorten vragen wel zure grond – dus gaan ze prachtig samen met andere heidesoorten (Erica, Calluna), Rhododendron, Pieris, Arctostaphylos, Gaultheria, Skimmia en nog veel meer planten die van humusrijke, zure grond houden. Heeft jouw tuin geen zure grond, werk dan eerst flink wat tuinturf door de grond op de plek waar je je Leucothoe plant. Bij kleinere Leucothoe’s, zoals de L. axillaris-cultivars die GroenRijk nu aanbiedt, is het heel mooi als je er groepjes van drie stuks van plant. Dan is het effect het grootst.

De namen druifheide en Leucothoe axillaris

Druifheide – in het Duits Traubenheide, Engels Coastal Doghobble – behoort tot de familie van de heideplanten Ericaceae) en dankt zijn naam aan de trosjes bloemen die wel wat aan druiventrosjes doen denken.  In de wetenschappelijke naam betekent het woorddeel ‘leuco’ wit. Dat slaat ook weer op de bloempjes. Maar de wetenschappelijke naam Leucothoe als één begrip is waarschijnlijk afgeleid van de naam van een Babylonische prinses uit de Griekse mythologie, Leucothea, die in de problemen kwam doordat de god Apollo verliefd op haar werd. Het geslacht kreeg die (Griekse) naam van de Engelse botanicus David Don die in 1799 werd geboren. De soortnaam ‘axillaris’ betekent ‘okselstandig’ en slaat op de plek waaruit de bloemtrosjes verschijnen. Het is overigens wel grappig dat er ook een diersoort met dezelfde naam bestaat: ook een groep vlokreeftjes heet Leucothoe. Die behoren tot de dierenfamilie der Leucothoidae.

Herkomst en meer

Leucothoe axillaris stamt uit oostelijk Noord-Amerika (van Virginia tot Alabama en Florida). De plant werd al in 1765 beschreven, maar had toen nog niet de naam Leucothoe. Hij werd toen Andromeda axillaris genoemd. Hij heeft ook Leucothoe catesbaei geheten, naar de Amerikaanse natuurhistoricus Mark Catesby, geboren in 1679. De oorspronkelijke soort heeft glanzende, groene, leerachtige, fijn gezaagde bladeren en wordt 1-1,5 m hoog. Hij heeft overhangende twijgen. De bladeren krijgen een bruinrode herfstkleur. Dat is heel anders bij de cultivars die vaak van een variëteit afstammen  die Leucothoe axillaris  var. rollissonii werd genoemd.

Die cultivars hebben kleinere blijvende bladeren dan de soort, die vanaf de herfst prachtig kunnen verkleuren, vooral naar dieprood, maar er zijn veel meer kleurschakeringen. De cultivar ‘Curly Red’ heeft gekroesde bladeren. Alle cultivars zijn zeer goed winterhard.  Leucothoe axillaris ‘Zeblid’ is exact dezelfde cultivar als L.a. ‘Scarletta’. Deze wordt ca. 60 cm hoog en verkleurt in de winter mooi roodpaars. ‘Red Lips’ verkleurt rozeachtig, ‘Twisting Red’ wordt rood, ‘A.E. Wilson’ rozewit gevlekt, de nauw verwante ‘Lipsbolwi’ (ook ‘Red Lips’ genoemd) krijgt zachtpaars/rozeachtig winterblad. Zo zijn er meer. Vanwege hun winterkleur worden de laagblijvende cultivars ook heel graag als bodembedekkers in heidetuinen en onder hogere heesters toegepast.

Andere Leucothoe’s

Er zijn ca. 45 soorten Leucothoe’s bekend uit heel verschillende gebieden zoals Noord- en Midden-Amerika, Afrika (Madagascar), Midden-Azië (Himalaja) en Japan. Daaronder zijn heel bekende tuinplanten zoals Leucothoe keiskei en Leucothoe fontanesiana met reeksen cultivars zoals de kleine ‘Nana’ en de tot 1,5 m hoog en breed wordende ‘Rainbow’ (die ook Leucothoe walteri ‘Girard’s Rainbow’ heeft geheten) met roodachtig behaarde takken, verder ‘Little Fire’ en ‘Maifeuer’ (de namen zeggen al genoeg). Bij deze  soort duikt ook – maar nu als cultivar – de naam ‘Rollissonii’ weer op. Je ziet, ook bij deze planten zijn indelingsaanpassingen en naamsveranderingen heel gewoon. De namen zijn dus niet zo belangrijk. Kies gewoon wat je mooi vindt (op het oog) uit wat wordt aangeboden. Bij GroenRijk is het altijd kwaliteit wat je koopt.

Verzorging

De verzorging is heel eenvoudig. De planten zijn in pot in zure heidegrond opgekweekt en moeten ook weer in zure grond worden geplant. Meng daarvoor eventueel tuinturf door je tuingrond of plant ze in pot of bloembak in speciale heideplantengrond. Dan gaat het goed. Zorg voor een groeiplek of standplaats in schaduw of halfschaduw. Leucothoe’s houden niet van direct zonlicht (volle zon). Zorg de grond waarin ze staan nooit uitdroogt, dus geef regelmatig water. Geef in het voorjaar extra voeding en gebruik daar speciale, kalkvrije meststof voor heideachtige planten voor. Dan blijft de grond zuur, maar krijgen je planten wel voldoende voeding. Soms wordt er ook een laag boomschors (dennenschors) op de grond rond de planten aangebracht. Dat heeft verschillende voordelen: het houdt de grond goed vochtig, zorgt ook voor verzuring, het staat heel mooi en verzorgd en het houdt onkruidgroei tegen. Leucothoe is winterhard, maar kan toch te lijden hebben van koude oostenwind. Ook een kwakkelwinter met veel afwisseling van vorst en dooi is moeilijk voor de planten. Zo nodig kun je de planten snoeien of lelijk geworden plantendelen wegnemen. Doe dat na de bloei einde voorjaar, niet eerder.

TIP: Als je je druifheide in een pot of plantenbak wilt planten, is het handig om die pot of bak eerst van binnen met noppenfolie te bekleden. Dat beschermt de plantenwortels heel goed bij vorst. Zorg wel voor drainagegaten onderin, zodat een teveel aan vocht weg kan.

In kort bestek

De druifheide Leucothoe axillaris is een altijdgroen struikje waarvan het blijvende blad bij de verschillende cultivars in herfst en winter prachtig verkleurt. Hij vormt overhangende, dicht bebladerde takken,  houdt van zure grond en is geschikt voor aanplant in de schaduw van grotere heesters, in een heidetuin, als bodembedekker en vanwege de winterkleur ook in pot of plantenbak. Mooie trosjes witte belbloempjes in mei/juni. Makkelijke verzorging. Nu in een uitstekende kwaliteit (potmaat 17 cm!) bij GroenRijk. 

Kijk ook eens naar de volgende berichten:

Bosviolen blijven maar bloeien

De ijzersterke Viola cornuta is er in vele vrolijke kleuren, bloeit maandenlang en komt prima de winter door. Met een kleurrijke mix van GroenRijk geef je je tuin, terras of balkon zelfs in de wintermaanden nog een vrolijke sfeer.

 

Mix van kleuren

Het bosviooltje (Viola cornuta) komt oorspronkelijk vooral voor in de Pyreneeën, Alpen en Apennijnen en zie je tegenwoordig in veel tuinen. Hij is wat kleiner en verfijnder dan...

Lees meer...
Peperomia’s: kleine planten met grootse bladeren

Peperomia’s zijn mooie, compacte planten die je huiskamer snel opfleuren. Ze verschillen van elkaar in grootte, bladvorm en kleur, maar vormen samen toch een hele leuke combinatie.

 

Peperomia’s verschillen vaak zo van elkaar, dat je eigenlijk niet door hebt dat ze familie zijn. Sommige hebben dik, vetplantachtig blad, anderen juist flinterdunne bladeren aan lange stengels. In de natuur zijn er naar alle waarschijnlijkheid wel meer dan 1000...

Lees meer...
Alocasia cucullata: tropisch geluk

De Alocasia is, met zijn grote, hartvormige bladeren op hoge stelen een zeer populaire kamerplant. De stijlvolle Alocasia cucullata valt extra op door prachtige frisgroene bladeren met prachtige nerven.

 
Groene olifantsoren

De grote groene, mooi generfde, hartvormige bladeren van de Alocasia cucullata doen denken aan wapperende olifantsoren, vandaar de leuke Nederlandse naam olifantsoor. De Alocasia groeit in de regenwoud...

Lees meer...